In de dertiger jaren veranderde het uniform van de meisjesorganisaties van de wite blouse en blauwe rok in een blauwe jurk. Compleet met hoed, een stropdas met daarop het installatie speldjespeldje en wit fluitenkoord.
In 1949 werd bij de N.P.G. de hoed vervangen door een petje. En in 1956 kwam de losse blouse en rok.
De blouse werd lichter blauw en de das werd anders geknoopt.
De Gidsen van de N.G. moderniseerden het uniform later en gingen een blauwe baret dragen.
Hierbij een plaatje zoals alles op het uniform zat.
1. overvliegvleugel
2. vaardigheidsinsignes
3. 1e klas strepen
4. fluitkoord met fluit
5. petje met pet-embleem
6. das met dasring
7. afdelingsbandje en groepsnaambandje
8. rondeteken
9. jaarblaadje
De kabouter droeg een bruine jurk met een wollen muts (zie foto) als zij lid was van het Nederlandse Padvindsters Gilde en een bruin petje als zij lid was van de Nederlandse Gidsen.
Een gele das en bruine sokjes met gele streepjes hoorden bij het uniform tot 1973.